De regel voor de gebiedende wijs is heel eenvoudig: Gebruik de stam van het werkwoord. Voor de volledigheid moet we hier toch twee opmerkingen bij plaatsen. 1. Soms schrijf je een imperatief toch met een -t. Er wordt enkel een -t aan de stam toegevoegd als het onderwerp u is uitgedrukt. Vergelijk steeds met een werkwoord waarvan je hoort of er een
We moeten hier niet weten of een werkwoord wederkerend is, maar of de zin wederkerend is. Sommige werkwoorden zijn namelijk soms wederkerend en soms niet. Vergelijk: Ze wast zich. (wederkerend) >< Ze was de ruiten. (niet-wederkerend) Ze verantwoordt zich (wederkerend) >< Ze verantwoordt haar gedrag. (niet-wederkerend) Om te weten of de zin wederkerend is, zet je die best in de tegenwoordige tijd met hij of zij als onderwerp. Krijg je zich in de zin, dan is de zin wederkerend. Vergelijk: Verantwoord uw gedrag! > Hij verantwoordt zijn gedrag. (= niet-wederkerend) Verantwoord u bij de directeur > Zij verantwoordt zich bij de directeur. (= wederkerend) b) Komt er een -t bij de stam? Als we eenmaal zeker weten dat we met een wederkerende zin te maken hebben, vergelijken we best met een andere wederkerende zin om te horen of er al dan niet een -t bij de stam komt. Vergelijk: Verantwoord je maar! (Je schrijft enkel de stam, want: Vergis je niet! ) Verantwoord jij je maar! (Je schrijft enkel de stam, want: Vergis jij je maar niet! )